Op 1 augustus bestaat het familiebedrijf Bart Natuursteen 75 jaar. Vier eigenaren van drie generaties nemen je mee in de tijd. Ze vertellen met passie over een van de oudste ambachten ter wereld. Over natuursteen dat mooi blijft. Over het ambacht dat met de tijd meegaat. Hoe eigenaren een eigen wending aan het bedrijf geven. En hoe de oeroude steen in verrassend veel nieuwe verschijningen onder de aandacht wordt gebracht. Hier het verhaal van Gerard Bart. We wisten niet dat dit zijn laatste interview zou zijn, maar prachtig om terug te lezen hoe hij vertelt over het ambacht en de ontwikkeling van het bedrijf.
Van kleins af aan wilde ik al steenhouwer worden.
‘Als ik er op terugkijk, dan had ik geen ander vak gewenst.’ Aldus Gerard Bart (1943-2022), tweede generatie bij Bart Natuursteen. Het bedrijf bestaat 1 augustus 75 jaar. Inmiddels werkt de vierde generatie in het familiebedrijf aan de Guisweg in Zaandijk.
‘Het natuursteen is een fijn materiaal om te bewerken. Je maakt er iets moois van dat er na honderd jaar nog steeds goed uit ziet. Wanneer ik op een begraafplaats rondloop, dan weet ik precies welke grafstenen ik heb gemaakt.’
Steenhouwen is een van de oudste ambachten ter wereld.
Zware concurrentie op de markt van grafstenen
Gerard Bart: ‘Mijn vader Bram Bart (1921) heeft in 1947 het natuursteenbedrijf aan de Guisweg 43 in Zaandijk overgenomen van Ben Bruin. Bram Bart had ervaring opgedaan in het natuursteen bij verschillende bedrijven. Het was wel een risico om voor jezelf te beginnen met een jong gezin. Er was een zware concurrentie tussen de steenhouwers voor de markt van grafstenen. Je moest goed werk afleveren, en de prijs was ook belangrijk.’
Zaanse grafstenen
‘De eenvoudige grafstenen werden vroeger bijna allemaal gemaakt van hardsteen. De Zaankanter is nuchter, er stonden weinig of geen versieringen op. Pas de laatste 25 jaar komen er nieuwe modellen en nieuwe soorten steen bij. De witte marmersteentjes voor op het graf hakte mijn vader zelf, die waren toen nog niet te koop. Later kocht ik een zak grind, dat was veel voordeliger.
De grafstenen zijn van een goede kwaliteit. Het is over honderd jaar nog steeds mooi. Het is tijdloos.’
Groot geworden tussen natuursteen
‘Als kind moesten we regelmatig meewerken. Ik vond dat leuk, mijn broer niet. Op de ambachtsschool in Zaandam volgde ik de opleiding voor timmerman. Dat vak wilde ik niet, maar er was geen steenhouwersopleiding in de omgeving. Later heb ik die wel gevolgd in Utrecht. Daar zaten alleen leerlingen op wiens vader ook steenhouwer was. In Utrecht leerde ik letters tekenen en hakken met hamer en beitel.’
Behoudend
‘Op mijn 20e kwam ik in het bedrijf van mijn vader. Bram kon heel goed tekenen. Met een stropdas om en in een stofjas tekende en hakte hij de letters in de steen. Machinaal was hij niet sterk. Maar wat met de hand moest worden gehakt, dat kon hij heel goed.
In de winter was het hardsteen soms bevroren zodat het niet te bewerken is. Dan gingen we aan het werk in de fabriek om de molenstenen te hakken. In de meel- en oliefabriek in Wormerveer maalden ze met molenstenen die machinaal werden aangedreven. Een molensteen was 2.20 meter hoog en 70 cm breed, daar was je wel zes weken mee bezig. Wanneer de klus gereed was, dan ging mijn vader met een nieuwe hoed op de rekening langsbrengen.
Pas toen ik 42 was wilde mijn vader stoppen. Ik kon hem niet overreden om eerder te stoppen, om mij vennoot te maken of om het over te dragen. In die tijd ontstond de markt van dorpels, neuten en vensterbanken in de bouw. Ik zag de mogelijkheden. Mijn vader ging er niet op af.’
Mensen moesten het je gunnen
‘We kregen werk door mond tot mondreclame, dat werkte goed in het dorp.